Het besluit van burgemeester Huri Sahin om het Eritrees Bevrijdingsfeest te verbieden illustreert hoe er met twee maten wordt gemeten in het Nederlandse veiligheidsbeleid.
Tragische realiteit
De Burgemeester van Rijswijk, Huri Sahin, heeft het Eritrees Bevrijdingsfeest op 25 verboden vanwege een “levensgroot” veiligheidsrisico door mogelijke rellen. Wat ze helaas (bewust?) achterwege laat, is wie deze mogelijke rellen organiseren. De gebeurtenissen van 17 februari, waarbij Den Haag letterlijk werd afgebrand, staan nog vers in ons geheugen. Het is daarom geen nieuws meer dat Brigade Nhamedu en haar oprichters, Beyene Gherezgiher en Yohannes Abraha, middels dreiging en geweld vreedzame evenementen willen en zullen verstoren. Waarom laat de burgemeester deze cruciale context achterwege? Dit betreft immers een groep die bekend is bij de veiligheidsdiensten en autoriteiten, ook in Rijswijk.
Het is een tragische realiteit voor Eritrese Nederlanders, en de samenleving als geheel, dat degenen die geweld plegen wegkomen met en beloond worden voor hun daden, terwijl degenen die het slachtoffer zijn van dit geweld dubbel gestraft worden. Dit schrijnende fenomeen wordt maar al te duidelijk geïllustreerd door de recente uitspraken van de burgemeester van Rijswijk.
Collectieve straf
Volgens Sahin ontbreekt het de Eritrese gemeenschap, die dit jaar met gepaste voorzorgsmaatregelen vreedzaam haar 33e Bevrijdingsdag wil vieren, ‘aan besef van de werkelijkheid en de ernst waarmee we te maken hebben’. Het feest zou namelijk grote gevolgen hebben voor de openbare orde en veiligheid, Evenementen met ‘zo’n hoog risicoprofiel’ horen volgens haar ‘niet thuis in een drukke omgeving als Rijswijk’.
Het gebrek aan transparantie en verantwoording van de burgemeester is op z’n zachtst gezegd verontrustend. Waarom noemt zij Brigade Nhamedu niet bij naam en pleit zij niet openlijk voor de vervolging van de daders van deze gewelddadige acties? Waarom wordt de Eritrese gemeenschap collectief gestigmatiseerd in plaats van individuen verantwoordelijk te houden voor hun daden?
Kortzichtige berichtgeving
Het is teleurstellend en tekenend dat een jaar na de geweldplegingen in Rijswijk er nog steeds gesproken wordt over ‘een vechtpartij’ dat heeft plaatsgevonden tussen zogenaamde tegenstanders van het Eritrese regime en regeringsgezinde Eritreeërs.
Het is opvallend (en eerlijkg gezegd) ongeloofwaardig dat de media en politici de kern van de situatie niet begrijpen, en in plaats daarvan het geweld afleggen als ‘interne onrust’ binnen de Eritrese gemeenschap. Door te spreken over ‘clashes’ en ‘gevechten tussen twee groepen’ wordt de werkelijke aard van de situatie vertroebeld. De kortzichtige berichtgeving en analyses over ‘de gemeenschap’ middels een overgesimplificeerde tweedeling van ‘voor- en tegenstanders,’ maakt elke poging om een genuanceerd en representatief beeld te schetsen zo goed als onmogelijk.
Lobby
De middelen en invloed van de zogenaamde ’tegenstanders’ lijken onuitputtelijk. Na een spoor van vernieling in Den Haag te hebben toegebracht, vond de leider van de Brigade Nhamedu – Beyene Gerezgiher – de tijd en ruimte om een tour door Noord-Amerika te maken om de boodschap van Brigade Nhamedu verder te verspreiden en zijn politieke (en financiële?) banden te versterken.
Waar hij zeven jaar geleden nog met een ‘arbeidsbeperking’ deelnam aan een leer-werk-project van WSD Boxtel, heeft hij zich in tussentijd weten te ontpoppen tot de grote leider van een goed georganiseerde, internationaal opererende politieke en gewelddadige groep. Tevens meer dan voldoende (financiële) middelen om internationale campagnes op te zetten, inclusief kleding, merchandise, materialen en transportkosten voor hem en zijn leden om door Europa en Noord-Amerika te reizen. Het doet men afvragen of de andere deelnemers van het project van WSD net als Beyene Gerezgiher passend werk hebben kunnen vinden.
Extra beveiligingsmaatregelen
De georganiseerde aanvallen van vorig jaar in Rijswijk en dit jaar in Den Haag vormen de pretext om het Bevrijdingsfeest te annuleren. Het is opmerkelijk hoe verschillende gemeenten reageren op dreigingen van verstoringen tijdens evenementen. Terwijl de burgemeester van Rijswijk ervoor kiest om het Eritrees Bevrijdingsfeest zonder enige overweging te verbieden, vanwege een vermeend veiligheidsrisico, kiest de gemeente Amsterdam ervoor om juist extra beveiligingsmaatregelen te nemen tijdens de Dodenherdenking op de Dam. Waarom wordt het ene evenement verboden vanwege dreigingen van geweld, terwijl het andere evenement wordt beschermd met extra beveiliging?
Vrijheid van vergadering
In een rechtsstaat zou het principe van vrijheid van vergadering en expressie moeten gelden voor alle burgers, ongeacht de aard van het evenement. Als er een reële dreiging van verstoringen is, zou de juiste reactie moeten zijn om extra beveiligingsmaatregelen te nemen om de veiligheid van alle aanwezigen te waarborgen, zoals de gemeente Amsterdam doet. Het annuleren van een evenement zou slechts een laatste redmiddel moeten zijn, genomen na zorgvuldige afweging van alle mogelijke opties.
Door extra beveiligingsmaatregelen te nemen tijdens de Dodenherdenking op de Dam, erkent de gemeente Amsterdam het belang van het beschermen van de openbare orde en het recht van burgers om te herdenken zonder angst voor geweld of verstoringen. Deze benadering staat in schril contrast met het verbieden van het Eritrees Bevrijdingsfeest in Rijswijk, waarbij de hele gemeenschap wordt gestraft voor de acties van een kleine groep, die ondertussen bekend is bij de veiligheidsdiensten.
Dubbele Standaarden
Het wordt tijd dat de hypocrisie en dubbele standaarden erkend en aangepakt worden. Welk signaal geeft Huri Sahin hiermee af wanneer een gewelddadige groep middels dreiging en geweld vrij spel krijgt om angst en chaos te zaaien, terwijl degenen die vreedzaam een cultureel evenement willen vieren, worden tegengewerkt en gestraft?